In deze rubriek vertellen vrouwen hun bevallingsverhaal. Deze keer is de beurt aan Yvonne. Zij vertelt het verhaal over de vlotte, maar spannende bevalling van haar zoon. Lees nu verder!

“De uitgerekende datum is al een paar dagen verstreken en nog steeds stapt mijn man elke dag in zijn auto op weg naar zijn werk. Nee, nog steeds niks. Één keer denken we dat het gaat gebeuren, maar nee toch niet.
Op 2 juni om 02.00uur breken dan toch mijn vliezen. Ik ga weer liggen en bedenk me een half uurtje later dat ik hiervoor toch de verloskundige moet bellen? Dit doe ik dus maar even. Ik voel me wel een beetje schuldig want het is 02.30uur…beetje raar tijdstip om iemand te bellen. Ik ben rusteloos. Echt slapen lukt niet meer, maar ik heb ook gehoord dat het allemaal wel lang kan duren dus dat ik toch moet proberen om te slapen. Ik loop dan weer eens naar de bank, dan weer naar bed en heel langzaam starten de weeën.
Om 08.00uur belt mijn man naar de verloskundige. Ik heb op dat moment om de drie minuten weeën. Tijdens de cursus hebben we geleerd dat het fijn kan zijn als je ondersteunt wordt tijdens de bevalling. Ik vraag mijn man dan ook om tijdens de volgende wee mijn rug te masseren. Met dat hij me aanraakt, spring ik weg. Oh nee, dit is niks voor mij. Laat mij maar in mijn cocon zitten.

Om 8.30 word ik getoucheerd en heb ik vier centimeter ontsluiting. Over twee uur komt Marlies weer kijken. Ik ben dus lekker op weg en ga nog even douchen. Dat ontspant heerlijk. Mijn man werkt intussen zijn ontbijt weg en hoewel hij het me wel aanbiedt heb ik er totaal geen oren naar.

Laat mij maar in mijn cocon

Na een uurtje worden de weeën ongemakkelijker en iets in mijn zegt dat het best snel gaat. Marlies komt dan ook eerder kijken en om 9.45 blijkt dat ik bijna negen centimeter ontsluiting heb. Wow dat ging snel. Hoewel we in de eerste instantie hadden aangegeven graag in het ziekenhuis te willen bevallen zie ik hier nu toch vanaf. Ik voel me wel goed hier en ik zie het niet zitten om nog een auto in te gaan en een rit te moeten maken. Mijn man die al heel attent alle tassen en toestanden in de auto heeft gezet haalt deze er dus maar weer uit. Hij bereidt samen met Marlies de slaapkamer voor waar de bevalling plaats vindt. Naast de partus-assistent is er ook een verloskundige in opleiding (VIO) aanwezig bij de bevalling. Helemaal prima natuurlijk want zij moeten leren. Ik puf nog wat weeën weg en om 10.20 heb ik volledige ontsluiting. Ik mag gaan starten met persen.

Op de linkerzij

Tijdens het persen ontdekt de verloskundige dat de hartslag van ons kindje daalt. Ik word op dat moment gevraagd om op mijn linkerzij te gaan liggen. Zelf heb ik niet direct het idee dat er iets ergs aan de hand is. Het wordt me ook zeer rustig gevraagd zonder paniek.
De hartslag normaliseert en ik mag bij een volgende wee weer mee persen. Opnieuw daalt de hartslag en moet ik op mijn linkerzij. De verloskundige loopt de kamer uit en de partus-assistent neemt het over. Ze vertelt mij heel rustig dat er een ambulance aankomt en we naar het ziekenhuis moeten. De kleine in mijn buik vindt het allemaal wat te snel gaan en ze willen het zekere voor het onzekere nemen. Ik mag niet meer persen en moet, totdat de ambulance komt, op mijn linkerzij blijven liggen en zuchten.

Later hoorde ik dat de verloskundige Code ROOD had afgegeven aan het ziekenhuis. Dit betekent zoveel als foetale nood. Er werd een OK klaargemaakt, alle liften stonden beneden en een heel medisch team stond klaar om mij en de kleine te ontvangen. Op dat moment was ik me daar helemaal niet van bewust. Ik heb nooit gedacht dat ik of de kleine het niet zou redden. Ik moest wel denken aan mijn man die nu weer alle kleding en toebehoren in de koffers moest pakken. Eerst in de auto, toen eruit en nu er weer in.

Na nog geen tien minuten hoor ik de sirene aankomen…

Ik moet twee trappen aflopen terwijl ik nog steeds geregeld weeën heb. Samen met de ambulancebroeders hebben we dit klusje geklaard. Beneden bij de brancard aangekomen heb ik ze nog wel even vertelt dat ik op mijn linkerzij moest liggen. Achteraf denk ik dat ze dit heus wel wisten…

Er was even verwarring. Mijn man stond met de tas en Maxi-Cosi klaar terwijl de ambulancebroeders dit niet in de ambulance konden hebben. In korte tijd werd besloten dat mijn man achter de ambulance aan moest rijden en de verloskundige mee ging met mij in de ambulance. De verloskundige in opleiding reed weer in een de auto van de verloskundige en de partusassistent maakte in ons huis alles schoon. Ik lig in de ambulance en Marlies houdt mijn hand vast. Ik probeer te volgen waar we in Deventer zijn maar al snel ben ik de weg kwijt. Er wordt een zuurstofmasker op mijn mond geplaatst voor extra zuurstof voor de baby, zo wordt mij uitgelegd. Prima. Ik onderga het eigenlijk allemaal heel gelaten.

Het ziekenhuis in Deventer is zo gebouwd dat als je met de ambulance in baringsnood daar aankomt je niet via de ambulance ingang gaat maar via de hoofdingang. Dit is gewoonweg sneller.


Toch is het een gekke gewaarwording als je alleen met een dekentje over je benen, puffend en steunend door de hal van het ziekenhuis wordt gereden.

Op de kraamafdeling word ik een kamer ingereden. Het eerste wat ik zie zijn vier mensen met in hun midden een couveuse. Daarnaast zijn er nog rustig tien anderen in de kamer aanwezig. Al deze mensen zullen ongetwijfeld een functie hebben denk ik dan. Op dat moment realiseer ik me eigenlijk pas dat dit niet een doorsnee bevalling wordt. Iedereen is aanwezig, behalve mijn eigen man. Ik lig op het bed, ze willen een katheter inbrengen en van alles doen, maar ik zie alleen maar een bevalling zonder mijn man. Ik raak in paniek want dit kan natuurlijk niet! Gelukkig komt vrij vlak daarna mijn man binnen. (Ik hoorde later dat hij de ambulance broeders onderweg naar de verloskamer nog even een hand had gegeven om ze te bedanken. De verpleegkundigen hadden hem wel een beetje aangespoord om door te lopen.)

Geboren

Er wordt besloten tot het gebruik van een vacuümpomp omdat ze graag willen dat ons kindje wordt geboren. Er is tot op dat moment niet duidelijk waarom zijn hartslag daalt als de persweeën starten. Vijftien minuten nadat ik in het ziekenhuis aankom wordt onze zoon Jens na drie keer persen geboren. Zijn scores zijn direct goed, het enige wat iedereen opviel was dat hij erg klein was. 2710 gram bij 40 weken en 5 dagen. Jens wordt op mijn borst gelegd en ik ben behoorlijk in shock. Hoewel ik blijdschap voel dat hij er is, voelt het ook erg onwerkelijk. Is dit echt mijn zoon?

We zijn nog drie dagen in het ziekenhuis geweest en daarna mochten we lekker naar huis. Ze zijn er nooit achter gekomen waarom Jens zo klein was bij de geboorte. Waarschijnlijk is hij ergens tussen 35 en 40 weken gestopt met groeien.

Grote impact maar apetrots

De bevalling heeft achteraf veel meer impact op me gehad dan ik ooit had kunnen denken. Ik kreeg uiteindelijk de diagnose PTSS-bevaltrauma. Aangezien ik dit eerst zelf helemaal niet wilde her- en erkennen kwamen daar depressieve klachten bij. Pas na ruim een half jaar ben ik hulp gaan zoeken en gaan werken aan dit trauma. Door erover te praten met professionals en met mensen in mijn omgeving heb ik dit kunnen verwerken. Ik ben apetrots op mijn, inmiddels oudste, zoon. Hoewel zijn gewicht de eerste paar jaar onderwerp van gesprek was is daar nu niks meer van te zien. Hij eet als een bouwvakker en heeft spek zat. Trots ben ik op ons, dat wij dit samen hebben gedaan!”


Bedankt voor het delen van je persoonlijke bevallingsverhaal Yvonne! Heel knap dat je er zo open over kan vertellen.

Benieuwd naar een ander bevallingsverhaal? Lees dan hier het mooie verhaal van Claudia.

Wij zijn altijd opzoek naar meer bevalverhalen? Wil jij ook jouw verhaal delen? Mail dan naar info@barenenzo.nl.