Als de bevalling begint voordat je 37 weken zwanger bent, heet dit vroeggeboorte. Verloskundigen en artsen spreken ook wel over een premature of preterme bevalling. Normaal gesproken komt een baby tussen de 37 en 42 weken ter wereld. Komt een kindje bijvoorbeeld bij 36 weken en 2 dagen, dan noemen we dit een ‘randprematuur’. Soms is er sprake van een vroeggeboorte, maar is de baby ook nog eens te klein voor het aantal weken zwangerschap. Dit noemen we dysmatuur.

 

Signalen van vroeggeboorte

Je kunt vooraf niet weten of je te vroeg gaat bevallen. Bovendien lijken sommige tekenen van vroeggeboorte op ‘gewone’ zwangerschapsklachten. Signalen van vroeggeboorte:

  • Het verliezen van vocht uit de vagina, dat kan in een plotselinge golf of door steeds kleine beetjes te lekken (bijvoorbeeld bij opstaan, bewegen of na het plassen)
  • Bloedverlies uit de vagina
  • Harde buiken die steeds terugkomen, bijvoorbeeld elke 10 minuten of vaker
  • Krampen zoals tijdens je menstruatie
  • Lage of constante rugpijn
  • Een toename van vaginale afscheiding (waterig, slijmerig of bloederig)
  • Een gevoel dat er ‘iets’ niet klopt.

 BEL ALTIJD MET ONS SPOEDNUMMER ALS JE EEN VAN DEZE KLACHTEN HEBT, OF ALS JE TWIJFELT!

Hoe ontstaat het?

Er zijn verschillende factoren die zorgen voor problemen in de zwangerschap. Een aantal complicaties heeft een bepalende factor die je al in de kinderwensperiode (preconceptioneel) kunt beïnvloeden. Bij vroeggeboorte en dysmature kindjes (met een laag geboortegewicht), kunnen bijvoorbeeld roken, stress, voeding en moederlijke BMI een rol spelen.

Wist je dat je 70% meer kans hebt op een vroeggeboorte als je rookt als zwangere?

Ook zijn er omgevingsfactoren die een vroeggeboorte kunnen veroorzaken. In een aantal beroepen bestaat er bijvoorbeeld een verhoogde kans op contact met schadelijke stoffen of radioactieve straling die vroeggeboorte kunnen veroorzaken (of verminderde vruchtbaarheid en/of aangeboren afwijkingen). Dit geldt onder andere voor vrouwen en mannen werkzaam in chemische of farmaceutische industrieën, apotheken, operatiekamers, isotopenlaboratoria, drukkerijen, chemische wasserijen en wellicht ook voor onderhoudsschilders en autospuiters.

Lichamelijk zwaar werk en werken in ploegendienst worden bij vrouwen in verband gebracht met een verhoogd risico op vroeggeboorte. Werkstress, ook in het eerste trimester, lijkt vooral geassocieerd te zijn met een lager geboortegewicht.

Tijdens de zwangerschap is er een verminderde afweer tegen virussen en bacteriën. Sommige infecties of SOA’s kunnen zorgen voor een vroeggeboorte.

Risico’s

Baby’s geboren voor 37 weken zwangerschap moeten vaker opgenomen worden in het ziekenhuis op de couveuseafdeling. Te vroeg geboren baby’s hebben meer kans op:

  • voedingsproblemen omdat ze nog niet zo goed kunnen zuigen, slikken en ademen zoals op tijd geboren baby’s;
  • ademhalingsproblemen zoals apneu (apneu is het ‘vergeten’ om adem te halen);
  • meer kans op wiegendood (wiegendood is als een baby plotseling en onverwacht overlijdt, meestal tijdens de slaap);
  • leer- en gedragsproblemen in hun kindertijd ten opzichte van op tijd geboren baby’s.

De herhalingsrisico’s zijn afhankelijk van de oorzaak en het behandelen van beïnvloedbare factoren. Bij een vroeggeboorte is gebleken dat de herhalingskans groter is naarmate deze vroeger in de zwangerschap plaatsvond en als je als vrouw meer dan één premature bevalling hebt meegemaakt.

Op de OHC en de NICU

In Nederland zijn er 10 verschillende centra voor hooggespecialiseerde behandeling, zorg en begeleiding van zwangere vrouwen met complicaties. We noemen dit een perinatologisch centrum. Dit is een combi van de Obstetrische High Care (OHC: intensive care voor zwangeren) en een Neonatale Intensive Care Unit (NICU: intensieve zorg voor vroeggeborenen). Voor ouders is opname op de OHC/NICU vaak een heftige periode.

Je kunt op een neonatologie afdeling te maken krijgen met allerlei artsen. Vooral op een NICU lopen veel verschillende artsen rond. Allereerst is er de neonatoloog: een kinderarts die gespecialiseerd is in de zorg voor zieke pasgeboren kinderen. Fellow (neonatoloog in opleiding): dit zijn kinderartsen die in opleiding zijn tot neonatoloog. Zij werken zelfstandig, maar op de achtergrond kijkt altijd een neonatoloog mee. In algemene ziekenhuizen is vaak alleen een kinderarts aanwezig. Soms zijn er ook arts-assistenten Kindergeneeskunde of co-assistenten aanwezig.

De baby’s blijven hier totdat ze over kunnen naar de neonatologie. Deze vind je bijvoorbeeld ook in het Deventer Ziekenhuis.

Hoe is het voor ons als verloskundige?

Als verloskundige zijn we er om jou en je partner bij te staan in de zwangerschap, bij de bevalling en in de kraamperiode. Natuurlijk hopen we voor iedereen op een fijne, ongecompliceerde zwangerschap. Helaas loopt het soms ook anders. In geval van complicaties zijn we erop getraind om je dan nog steeds zo goed mogelijk bij te staan. Natuurlijk zien wij ook liever dat een baby blijft zitten tot 37 weken, maar het is ook een uitdaging om zorg te leveren die op dat moment nodig is. We handelen snel, om de uitkomst voor jou en je baby zo goed mogelijk te laten zijn. Als een casus heel heftig of zwaar is, dan hebben we gelukkig elkaar om erover te praten.

We zijn heel trots op alle papa’s en mama’s die vroeggeboorte voor hun kiezen krijgen! Want dat is zeker niet niks. Het zijn stuk voor stuk toppers. Hopelijk geeft deze blog duidelijkheid. Wil je nou meer lezen, bekijk dan onze leestips hieronder eens. Wil je meer informatie van ons, laat dan een berichtje achter.

Leestips