Bzzz bzzz bzz. Het is even stil en dan begint het geluid opnieuw. Bzzz bzzz bzzz. Het duurt even voordat ik doorheb dat ik mijn ogen open moet doen. Ik knipper even en in mijn rechterooghoek zie ik mijn telefoonscherm oplichten in de donkere slaapkamer. Huh, ik heb toch geen dienst? Snel knijp ik mijn ogen dicht tegen het felle witte licht.

Bzzzz bzzz bzzz, trilt de telefoon opnieuw. “Anoniem belt” staat er in het beeld. Mijn hand grist de telefoon van het nachtkastje en met een schorre stem pak ik op. Het is een collega. Ze verontschuldigt zich direct dat ze me wakker belt terwijl ik vrij ben, maar ze staat dubbel….Ik kijk op de klok, 04:30. Buiten is het nog donker. En ik logeer ook nog eens bij mijn vriend, ruim 25 minuten rijden naar het desbetreffende adres in de stad van onze praktijk.

Het gaat om 40 jarige mevrouw Ekici, 39 weken en twee dagen, zwanger van haar vijfde kindje. Ze heeft weeën om de 5 minuten maar het lijkt vlot te gaan. Collega geeft aan dat ze zelf met een andere bevalling bezig is en geen tijd heeft om te gaan. Ze vraagt of ik kan gaan kijken. Ik beloof een huisbezoek te doen bij Esra en we spreken af dat ik haar bel met meer nieuws. Zodra ik mijn lenzen in heb en mijn tanden gepoetst, ren ik de trappen af naar beneden en start de auto. Ik ken de route op mijn duimpje. Het Veluwse dorp uit, langs het kanaal en dan al slingerend door het platteland terug naar de stad.

Ruim 20 minuten later, als ik de wijk in kom waar ik moet zijn, belt de collega opnieuw. ‘Marlies, waar ben je? Want Amir belde net alweer, het lijkt heel hard te gaan!’ Ik zeg dat ik er echt bijna ben, trap het gaspedaal harder in en 5 minuten later parkeer ik de auto voor de deur.

Ik pak mijn verlostas uit de kofferbak en neem ook snel een set instrumentarium mee, en loop in een draf naar nummer 78. De deur staat al op een kier, maar ook zonder het huisnummer te zien weet ik waar ik moet zijn. “Ooooooh mama mama mama”, hoor ik iemand roepen, gevolgd door luid gepuf.

Op de bank gedrapeerd ligt Esra. Haar ravenzwarte haar krult om haar gezicht door het zweet, haar lange zachtroze pyjamajurk zit strak om de bolle buik. Er komt weer een wee, en opnieuw vult de kamer zich met haar oerkreten. Tijdens de wee gooit ze haar hoofd in haar nek en wiebelt ze met haar voeten, netjes gehuld in pantoffeltjes met kant. Haar hoofddoek is afgegleden en ligt naast haar op de bank. Op tafel staat een etagère met allerlei lekkers, de afgelopen dagen versgebakken door de vier oudste dochters van Amir en Esra. Het is bloedje heet in de kamer, dus ik ontdoe me snel van mijn winterjas.  Amir grijnst: “Jij zei dat het huis 22 graden moest zijn als baby komt, dus ik doe nu precies wat jij zegt!”

Zodra we controles hebben gedaan, weten we dat Esra 7 centimeter ontsluiting heeft. Haar vliezen zijn nog niet gebroken. Het babyhartje klinkt goed. Toch wil Esra absoluut niet thuis bevallen, ook al gaat het zo voorspoedig. Thuis bevallen is in de Turkse cultuur eigenlijk niet bespreekbaar. En omdat ongeveer de helft van onze populatie cliënten Turks is, gaan we geregeld naar het ziekenhuis voor een poliklinische bevalling. We pakken de vluchttas en de Maxi-Cosi en gaan op weg naar het enige ziekenhuis in de stad. De vier grote dochters staan bibberend en zwaaiend in de deurpost: “Succes annem, je kunt het mama!”.

In de auto bel ik de bevallings-assistentie van kraamzorgorganisatie Naviva. De centralist vraagt of er bijzonderheden zijn, dus ik zeg dat de kraamverzorgster misschien iets meer moet opschieten nu het zo snel gaat.

Als we tien minuutjes later de auto parkeren in de garage van het ziekenhuis en richting de liften lopen, begint Esra andere geluiden te maken.

“Bebe komt, bebe komt!”

‘Hhhhnnnnnnggg’, klinkt het, en terwijl haar gezicht grimast, houdt ze met een hand haar golvende buik vast en met haar andere hand een grote pilaar. ‘Owwww, zegt ze, bebe komt zo! Bebe komt zo!’. Amir kijkt me een beetje verschrikt aan en begint als vanzelf steeds harder te lopen.

Met een noodvaart duwen Amir en ik de rolstoel richting de verloskamers. De portier kijkt op van achter zijn balie en geeft een kort knikje. Ze weten niet beter dan dat de verloskundigen in het holst van de nacht met barende vrouwen door de centrale hal van het ziekenhuis rennen, al coachend of meepuffend.

Esra zit helemaal scheef en heeft haar ogen dicht en focust op zolang mogelijk zuchten. We pakken de lift naar de eerste verdieping en de bandjes van de rolstoel piepen over de vloer als we haar soepeltjes de verloskamer opsturen. Het ziekenhuisteam reageert direct als ik ‘persdrang!’ mime.

Amir helpt Esra op bed en ik pak zo snel als ik kan mijn maat handschoenen. De grote roze jurk wordt omhoog gehesen en op dat moment knappen de vliezen. Na een golf helder vruchtwater zien we direct een stukje van het babyhoofdje. Esra weet precies wat ze moet doen, ze volgt haar lichaam. Als vanzelf trekt ze haar knieën wat op en om precies 05:15 wordt er een prachtige 5e kindje geboren!  En dat alles zonder kleerscheuren.

Dikke tranen rollen er over de wangen van Amir, zo gelukkig is hij, als hij zelf ziet dat het deze keer een zoon is. Esra geeft vele kusjes op het hoofdje van Ismail. Nu is het gezin compleet, zegt ze blij.

Nadat we alles opgeruimd hebben, komt mijn collega ook in de verloskamer erbij om de ouders te feliciteren. Om 05:13 begeleidde zij de geboorte van een andere jongetje. Ook de kraamverzorgster en de vier grote zussen van Ismail stappen even later de verloskamer binnen. Uit diverse tassen komt allemaal lekkers tevoorschijn en bij het opkomen van de zon, zitten we met 9 personen thee te drinken en verse baklava als ontbijt te eten.

Mijn collega en ik gniffelen even om deze bijzondere nacht. De verloskunde is en blijft een dynamisch vak.


Blog geschreven voor Kids & Kurken

Ook interessant: Dagboekverhaal over de wanhoopsperiode en een zusje die verliefd is op haar broertje… lees het hier.