Ik word verschrikt wakker van de ringtone die door de slaapkamer galmt en schiet overeind. Alles is donker, dus op de tast zoek ik met mijn rechterhand de oplichtende telefoon. Deze blijft luid jammeren. Met een schorre stem neem ik op en daarna maak ik een mentale aantekening van wat ik hoor. Regelmatige weeën. Geen bloedverlies. Wel gebroken vliezen. Baby nummer twee. Check.De ouders vinden het fijn als ik even kom kijken.
Ik ril in mijn jas als ik naar buiten stap. Het vriest (-4), de gure kou slaat om mijn gezicht. Ik word er wel direct wakker van. Neuriënd zit ik in de auto en een kwartiertje later ben ik bij het adres. De barende zit op een krukje onder de douche. Het is er klein en krap, een typisch arbeidershuisje, maar wel heel knus. We zetten de douche uit, ik help haar met afdrogen en vijf minuten later laat ze zich op het bed zakken. De rug van de baby zit links, het hoofdje goed ingedaald, het hartje klinkt goed. En… een mooie soepele 3 centimeter. De ouders willen graag met zijn tweetjes zijn, dus verzoeken me om nog even weer te gaan. Ze bellen me als ze me nodig hebben. Ik spreek wel af dat als ik niets hoor, dat ik rond 04.30u terug zal zijn. Uit voorzorg heb ik vast de spulletjes klaargezet. Vaak kies ik ervoor om de strijkplank van het gezin te lenen. Het is een soort handige smalle tafel, waar alles op kan staan voor de bevalling. Natuurlijk ook twee emmers, twee vuilniszakken en de kruikjes zet ik klaar.
Niet veel later nestel ik me thuis in mijn eigen bed, snel de wekker zetten rond vieren en nog even weer wat rust pakken. Zo ver komt het niet, want rond 03:00u belt partner Henk-Jan. Hij klinkt wat gejaagd, want zijn vriendin Denise heeft plotseling toenemend drukgevoel. Ik geef het advies om haar op haar linkerzij in bed te laten liggen, op deze manier krijgt de baby de meeste zuurstof. Verder geef ik instructies dat Denise moet proberen zo lang mogelijk te zuchten, ik ben onderweg. Een stapel handdoeken had Henk-Jan zelf al gepakt. In de auto bel ik het kraamzorgbureau voor partus-assistentie. Een kwartier na het telefoontje van Henk-Jan ben ik weer terug bij de ouders. Denise ligt heel kalm in bed, ze zucht met gesloten ogen de weeën weg. Ik zie dat ze nog geen reflectoire persdrang heeft. Het inwendig onderzoek vertelt ons dat ze al 8 centimeter heeft! Het randje van de ontsluitingsring is dun en week, het zal niet lang meer duren voordat we echt persdrang zien.
Ik blijf steeds op de achtergrond aanwezig, dit stel is perfect op elkaar ingespeeld. Henk-Jan wrijft zachtjes over Denises rug en fluistert dat ze het zo goed doet. Ze wisselt zo nu en dan even van houding, dat vindt ze prettig. Als ze na drie kwartier even naast het bed staat, vindt ze het niet meer leuk. Haar lijf doet pijn, ze is misselijk… komt hier een eind aan? Een kleine traan glinstert in haar ooghoek. Het allerlaatste stukje, deze 2 centimeters worden vaak als het meest lastig ervaren. In de boeken noemen we het zelfs “Periode du Désespoir”. Oftewel: periode van wanhoop.
Het is 04:30 als Denise nog even weer in de douche wil zijn. Het warme water laat haar weer ontspannen, haar lichaam maakt als vanzelf een boel endorfinen aan. Denise is een beetje wazig, ze lijkt soms zelfs te slapen tussen de weeën. Henk-Jan knipoogt naar me. Wat een geweldig mechanisme heeft de natuur eigenlijk bedacht voor deze baringspijn! In haar gezicht zien we de grimas, zodra er weer een venijnige wee opkomt. Rond 05:00 krijgt Denise beginnende persdrang. Snel schuifelen we met zijn allen van de kleine badkamer, over de gang, naar de slaapkamer. En spoor water achterlatend op de vloerbedekking. In de slaapkamer is het inmiddels heerlijk warm opgestookt.
Twintig minuten later zien we een groot deel van het koppie. Nattige zwarte haartjes komen steeds dichterbij. De harttonen van deze baby blijven fantastisch, zelfs geen dipje bij het indalen in het bekken. Nog eens een aantal minuten later wordt er een mooie jongen geboren. Zodra zijn hoofdje geboren is, draait hij zich helemaal om. Het lijkt wel een wokkeltje hoe hij eruit komt! Levi heeft een goede start, vult zijn longen met lucht en schreeuwt het uit. Even later, als de ouders liggen te knuffelen met hun zoon, gaat langzaam de slaapkamerdeur open. Grote zus Cato kijkt met haar knuffeldoekje in haar hand met grote ogen in de kamer rond, naar al die vreemde mensen in het huis. Ze kruipt bij haar ouders en nieuwe broertje in bed en aait zachtjes over zijn neusje. ‘Ik vin je nu al heel liev’.
Op de terugweg naar huis klinkt zachtjes op de radio een liedje van John Legend: “You’re my end and my beginning. All of me, loves all of you.” Altijd als ik dit liedje nu weer hoor, ga ik weer een aantal jaar terug in de tijd naar deze mooie bevalling van Denise.
NB: Elke gelijkenis met bestaande personen/gebeurtenissen berust op louter toeval. Namen zijn gefingeerd.